788617

Behandelingen

Wat is CGT?

Cognitieve gedragstherapie” is, zoals de naam al doet vermoeden, een combinatie van cognitieve therapie en gedragstherapie. Onderzoek heeft aangetoond dat cognitieve therapie en gedragstherapie vaak tot vergelijkbare resultaten komen in de behandeling van psychische klachten. Het is gebleken dat het veranderen van gedrag en het veranderen van gedachten goed samen kunnen gaan. Daarbij maken beide vormen van psychotherapie goeddeels van dezelfde methodes gebruik, zoals bijvoorbeeld het doen van huiswerk en oefeningen.

Bij welke klachten

Cognitieve gedragstherapie wordt bij veel psychische klachten ingezet. Vooral bij angst klachten blijkt cognitieve gedragstherapie uiterst efficiënt te werken. Daarnaast wordt cognitieve gedragstherapie ook ingezet bij klachten als depressie, relatie problemen, verslaving en fobie.

Gedragsthrapie gaat ervan uit dat het meerendeel van het menselijk gedrag is aangeleerd. Psychische klachten komen volgens deze theorie voort uit disfunctioneel gedrag. Door dat ‘verkeerd’ aangeleerde gedrag af te leren, en te vervangen door nieuw, gezond gedrag, zouden psychische problemen kunnen worden verholpen. Cognitieve therapie is daarentegen gebaseerd op het idee dat psychische klachten voortkomen uit een negatieve manier van denken. De klachten worden in cognitieve therapie bestreden door de denkwijze ten opzichte van de klachten te veranderen. Uit de combinatie van deze twee is cognitieve gedragstherapie ontstaan. Hierbij gaat men uit van het idee dat gedachten en gedrag met elkaar verbonden zijn, en dat de aanpak van beide aspecten kan leiden tot een vermindering van de klacht.

Verschillen in cognitieve gedragstherapie

Afhankelijk van de cognitief gedragstherapeut, de cliënt en de klacht, kan de nadruk meer op het cognitieve of op het gedrag liggen. Wanneer er bijvoorbeeld veel aandacht voor het cognitieve aspect is, zal de therapie zich voornamelijk richten op de denkbeelden van de cliënt. De therapeut brengt samen met de cliënt de gedachtepatronen in kaart die betrekking hebben op de klacht. Vervolgens worden deze getoetst aan de realiteit. Er wordt nagegaan hoe functioneel de denkbeelden zijn, en welke consequenties ze hebben. Het accent ligt dan op het aanleren van nieuwe,positieve gedachten. Dit leidt tot een verandering in het gedrag, waardoor de klacht verminderd. Het kan ook voorkomen dat de nadruk van de therapie meer op het gedrag ligt. Het uitgangspunt is in dat geval het afleren van aangeleerd gedrag dat een negatief effect op de klacht heeft. Ook dan wordt er echter rekening gehouden met de invloed van het denken op het gedrag. Kortom, binnen de cognitieve gedragstherapie staat de koppeling tussen het denken en het gedrag van de cliënt centraal.